aanslag figuurtjes te tekenen... 'n huisje en 'n molentje. Z'n broertje kwam erbij staan, keek toe in gespannen aandacht, verbeterde wat, maakte op 't huisje 'n schoorsteentje, trok fijntjes met z'n pinknagel dunne dakpanstreepjes. Dat amuseerde ze en telkens als er een lijntje vervaagde, tekenden ze 't gauw, lachend weer bij.
Maar de moeder zag 't, trok de dichtsbije jongen snel aan z'n arm. 'Gobbewaarme,' fluisterde ze met schichtige omkijk naar de vader... 'bé-je gek... tekene jullie op Sjabbes op de rame...!' En zelf zich bukkend, vlakte ze 't snel weg met haar hand, keek hoofdschuddend nog eens om naar haar man, die dit gelukkig niet gezien had. Even stonden de jongens er bedremmeld bij, gingen dan door de kleine, warme kamer lopen.
'Mag 'r 'n raam öpe, vader?' vroeg de oudste, bedwongen wrevel in z'n toon... "t is hier om te stikke.'
'Om een kou op me börs te vatten,' verontwaardigde hij... 'as-et jullie hier te warrem is, welnou, ga der dan uit.'
'Nou, wille-we, zeg?' De andere jongen stemde toe, de meisjes stonden op, sloegen de rokjes neer, blijkbaar bedoelend mee te gaan.
'Jullie óók?' vroegen haar broers, teleurgesteld.
'Züllie óók!' kwam de vader, gebiedend, tussen beide.
De jongens trokken allebei 'n ajakkes-gezicht. Nou konden ze meteen niks uitvoeren, die mèide ware zo bang en ze zoue misschien alles overklikke... Ze wilden toch maar heengaan, dan riep de vader ze nog even. 'Jullie weet 't,' kwam hij streng, 'niet naar de schepe... geen wilde spelletjes... geen Sjabbesschenderij... èn op je klere passé... jullie wandelt maar bedaard twee aan twee 'n straatje om.'
Onwillig luisterden de jongens... 't hing ze nu al de keel uit... en de ene zei, traag... 'We blijve eigelijk maar liever thuis...'
Maar nu viel de vader uit. 'Komt niks meer van in... nou ga jullie... dat gezanik en gehang in huis moet maar eris uit zijn. En niet voor twaleve terug... verstaan?'
Mopperend, de jongens met boze blikken op hun zusjes, gingen ze de deur uit, de straat af, zwierven 't dorp door, bleven nu en dan staan kijken naar de straatjon-
51