voorschijn, vlug vooruit op de kleine, rappe poten, plonsde neer in 'n bijt, zwart vierkant van water in 't weke ijs gesneden, zwom er even met snelle zwenkingen heen en weer, beklom dan weer 't ijs , snelde verder, kleintjes, troosteloos-eenzaam in de wijde triestigheid van z'n omgeving.
't Kind keek 'm na, tot z'n vlug, zwart lichaampje in 't donkere verderop verzwond. En ze dacht even: 'Arm beest... wat gaat-ie nou beginnen... zeker koud en hongerig...' Ze liet dan voor al dat droeve en duistere 't gordijntje langzaam neervallen, keerde zich de lichte, warme kamer toe en dan dacht ze verder niet meer aan die rat.
Geur van de soep, die zacht stond te kook-borrelen op 't fornuis, drong haar warm-prikkelend in de neus en op de nu gedekte tafel glansden zacht de witte borden. De blank-gepoetste tinnen lepels en vorken erbij, en naast vaders bord, ter rechterzij, de beide gevlochten broden, waaroverheen gespreid was 'n wit doekje met 'n fijn randje van kant en 'n Hebreeuwse spreuk erop gewerkt in bleek-rood-verwassen letters, 't Kind liet even haar ogen zachtkozend dit alles beglijden, en ging dan stil-neuriënd door de kamer lopen, met 'n blij gevoel, dat zacht in en om haar hoofd deinde. Dan kwam ze weer de keuken ingelopen, waar de moeder nog bedrijvigde. 't Zusje stond daar ook al weer, behaaglijk in de van etens-geurtjes doortrokken warme walm, die puffend uit de soeppot en de kleinere pannetjes eromheen ontsnapte. In 't alkoof was 't nu ook stil, want vader en de jongens waren naar Sjoel gegaan.
'Kanne we nog hellepe, moeder,' vroeg 't ene kind.
'Neè... néé,' weerde de vrouw af, gehaast, 'laat me nou maar stil gaan... 'k ben trouwens derèk klaar... êf-fe 't vlees bedruipe.' Ze bukte haar rood-warm hoofd naar 't kleine oventje met z'n kaduuk deurtje, dat ze met moeite openmorrelde. Op 't lage drempeltje - 't keukentje was uit de kamer één stapje-af - waren de beide meisjes bij elkaar gaan zitten. Stil wiegden in hun hoofd vreugdige gedachtetjes aan de komende avond, 't weelderige Sabbathmaal, de zoete, hete thee en apenmangeltjes, 't mooie boek daarna. Later dan nog koekjes bij de
42