seksuele leven en aan wat daarmee voor de onbeschaafde en de onrijpe (het kind bijvoorbeeld) samenhangt, heeft dat tweeërlei uitwerking op de hoorder. Ten opzichte van sommige dingen eenvoudig walging en afkeer, doordat hij a. h. w. geforceerd wordt, te kijken naar wat hij liever niet ziet—, maar meestal iets anders: schaamte uit de heugenis van het heimelijk en onheilig genoegen, dat bijna elk mens als kind, toen al vaak tot zijn eigen ellende, heeft gevoeld, wanneer hij die onmiskenbare getuigenissen van zintuigelijke voorstellingen, derhalve duidelijk als afbeeldingen, op muren of schuttingen geschreven zag. Die schaamte keert zich dan in toorn tegen hem, die dat ver-getene en verborgene gewelddadig in hem blootlegt, maar ze verbergt op de bodem een schuldgevoel om eigen diep-verbor-gen en hoe zwak ook, behagen, om althans die nieuwsgierigheid welke misschien alle vrouwen zich één seconde zal doen omkeren, voor ze met bedekt aangezicht vluchten voor de naaktloper of de exhibitionist.1
Het horen of gebruiken van een ander, niet als gemeen geldend woord voor dezelfde toestanden, duidt in spreker en hoorder op de noodzakelijkheid, uit medische, sociale of literaire belangstelling daarover te spreken, het correspondeert dus niet op de genoemde, heimelijke, niet te avoueren gevoelens of de verontrustende herinnering er aan, en wekt meestal zelfs, doordat de belangstelling elders is, geen directe zintuigelijke voorstellingen op. Al deze dingen nu zijn zo met de woorden vergroeid, dat het horen en zien daarvan reeds afschuw en huiver opwekken kan. Een vreemde voelt ze echter niet, ook al weet hij ze, daarom voelen wij ze ook niet in een vreemde taal. De Westfaalse boer gebruikt het woord ‘brein’ alleen voor de hersens van een dood varken, het verhoudt zich in rang tot ons woord brein als ‘kreng’ tot ‘stoffelijk overschot’. Ik heb eens
151
1
Brantöme vertelt van een jong meisje, die in gezelschap van heren een onschuldig verhaal deed, maar ineens onwetens door een toevallige woordkoppeling iets buitengewoon onvoegzaams zei. Daarop schertsend opmerkzaam gemaakt, viel ze van haar stoel en bleef op de plaats dood. Dit waarschijnlijk verzonnen verhaal illustreert heel goed mijn bedoeling.