was zij verliefd geworden Gott oh Goct!
Voor de deur riepen twee dikke lacherige vrouwen elkaar toe: ‘Nou jij. . . hebbie gehoord?... IZZUDAARÜ’
Sinds die dag was Simon Rosenheimer geen Sjimme meer. Men ging kijken bij Izzudaar, men kocht bij Izzudaar, men maakte chicanes bij Izzudaar. Izzudaar werd een begrip. En Jachetjes snelle zaken-verstand had spoedig het voordeel begrepen. Welke manufacturier had zo’n krachtige lokroep? Izzudaar of Maison de Paris. .. wat een verschil!! De dag tegen de nacht! En zij beurde opgewekt de zater-dagavondontvangsten.
Op een dag vertrok Simon, na politiekerig gevlei van Jachetje over zijn ontluikend koopmanschap, voor een reis naar Brussel, ’s Avonds belde hij op om verslag uit te brengen over zijn inkopen.
‘Ben je nog boos? Heb ik goed gezien? Men kan in de nieuwe eeuw toch niet meer zonder telefoon. . . ? en is het geen wonder ?' vroeg hij op de hem aangeboren zachte toon.
‘Ja. . .,’ antwoordde zij wat aarzelend, ‘het is alsof je me een zoen geeft. Gein! meteen mond zo dun als een draadje en kilometers lang.’ Brussel maakte hem overmoedig en toen hij de volgende dag weer opbelde, opperde hij om door te reizen naar Parijs. Even werd Jachetje overrompeld door de gedachtenassociatie Parijs-Sodom en Gomorra, maar de bevrijdende overpeinzing dat Sjimme niet knap was en erg timide tegenover vrouwen, had haar gerustgesteld. Maar waarom zij onverbiddelijk ‘Nee. . .’ had bevolen wist zij niet en na haar zilveren bruiloft wist zij het nog niet.
Meegesleurd door de vaart der zaken snelde zij naar de drukker. En deze drukte op vijfhonderd roze velletjes en twaalf grote blanke bladen, dat Izzudaar het allernieuwste uit Parijs verwachtte en dat men komende week zich de ogen kon laten verblinden. Dat van Parijs was gejokt, maar Jachetje stelde zich gerust met de gedachte dat Sjimme had willen gaan. En gedachte en daad zijn bijna hetzelfde, peinsde zij wijsgerig en knikte daarbij nadrukkelijk.
Op de afgesproken avond keerde Simon terug. Bij de controle in het stationshalletje stond een jongetje en deelde bedrukte velletjes uit
11