De Soete Bazinne

Titel
De Soete Bazinne

Jaar
1960

Pagina's
314



bouillon in een mand en in een andere schikte zij een wittebrood en kruidkaas, een kan rode wijn met een glas, tafellinnen, tinnen bord, een mes en een pollepel. Jannegie Pietersdochter nam haar juk op de schouders, boog even door de knieën, haakte de manden vast en stevende met forse soepele stappen de herberg uit, belust op een avontuurtje in haar eenvoudig eentonig leventje. De cipier gelastte een Boeyen-knecht haar bij John Cambell te brengen en daar te blijven totdat zij de Boeyen weer verlaten zou. John Cambell verloor wat van zijn somberheid, toen het frisse knappe meisje vaardig zijn tafel dekte en hem de spijzen toonde. Hij at met smaak, droeg haar op de waardin zijn compliment over te brengen, betaalde de maaltijd en gaf daarbij een ruime fooi.

Toen Jannegie Pietersdochter weer terugkwam in de herberg, vroeg Anna haar waarom ze toch zo lang was weggebleven. Jannegie antwoordde niet, maar wees op de vuile vaat, die zij weer had meegebracht. De waardin droeg haar op om voortaan alleen de tafel te dekken en de volgende dag het vuile vaatwerk mee terug te nemen. Zij had genoeg spullen, zei ze trots. Toen Jannegie zich om dit onverdiende verwijt op de lippen beet om haar tranen te bedwingen, zakte Anna’s kribbige bui en ze zei verklarend:

„’t Is ook zo druk opeens. De opkamer zit stampvol. Fransen. Komedianten. Die spelen straks in de Schouwburg. En de hele week misschien... Vlug, Jannegie, help Dirckje. De soep komt zo dadelijk door.”

Jannegie lachte alweer. Daar was het! Afleiding... toneelvolk. Haar ogen begonnen te schitteren en snel daalde zij de trap naar de keuken af.

Met een hoogrode kleur haastte Anna zich door de herberg. Er waren ook weer eens veel kooplieden en reders vandaag en er werd vrolijk en veel gedronken. Met een dienblad vol glazen botste zij bijna tegen Reinier Vinck op, die zojuist binnenstapte. Verrast keek Anna hem vlug aan, hij knikte haar toe en zei:

„’t Is allemaal in orde, waardin. Zeg maar wanneer het gebeuren moet.”

Een stralende glimlach trok over haar gezicht en Reinier Vinck werd er door bekoord. Zij haastte zich weer naar haar gasten en Reinier Vinck dacht: zo gaat het in ’t leven... een man en zijn huisvrouw worden oud. Die man blijft oppassend en jonge vrouwen doemen op in eindeloze rij... tja... hoeveel jeugden zou een man willen beleven?

Aan de toog dronk hij een Hongaarse pruimenjenever en vroeg: „Anna Swaerdemaeckers, is er nog plaats in de opkamer voor een eenzaam man, die een maaltijd wil gebruiken?”

92

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.