De Soete Bazinne

Titel
De Soete Bazinne

Jaar
1960

Pagina's
314



»J^’

„Waarom wilt u dat weten? Word ik verdacht van diefstal of zoiets?” „Dan verhoorde ik u voor Schout en Schepenen.”

De waard zette behoedzaam zijn glas neer. Keek toen koeltjes pal in de ogen van de onderschout en zei:

„Ik heb gevaren onder Piet Hein. In ’25 hebben we een Portugees genomen. Ik was bij de prijsbemanning en door storm zijn we losgeraakt van het konvooi. De schipper is naar Griekenland gezeild en heeft daar de boel verkocht. Daarna heeft hij ons deel uitbetaald in sovereigns.” „Zeeroof... zeeroof... van een prijsschip van de Admiraliteit,” gromde de onderschout.

„Mogelijk... ik heb alleen maar mijn deel gebeurd. In opdracht van de Admiraliteit van Rotterdam, zei de schipper. Ik ga vrijuit.”

„Dat weet ik nog niet.”

„Ik wel. De zaak is al meermalen onderzocht. Ik was maar een bootsman en ik heb opgestreken wat de schipper mij gaf.”

Pieter Ravesteyn stond op en zei:

„Het is lang geleden, geloof ik. En je bent nu ziekelijk.”

„Ja, het is lang geleden. Zevenentwintig jaar. Maar de sovereigns zijn niet verjaard,” grinnikte Ysbrandt de Graef.

„Ook die zeeroof niet, bootsman. De Heren van het Zeegerecht zullen beslissen.”

„U doet maar.”

Weer nam de waard een lange teug en tuurde over het water. Voor hem was de zaak afgedaan. Verstoord verliet de onderschout de Stadsherberg. Ysbrandt de Graef bleef onverschillig zitten, maar zijn hart bonsde hem in de keel.

Die avond verliet hij 'De Lenteblom’. Hij wilde er eens uit, al de ellende van het laatste jaar moest eens uit zijn kop waaien. Wanneer hij zou terugkomen vertelde hij niet, ze zouden hem wel weer eens terugzien.

Opgelucht tuurde Anna Swaerdemaeckers hem na, zoals hij daar wat schichtig met zijn plunjezak op de schouder naar het IJ liep. Deze duivel, deze nachtmerrie was zij voorlopig kwijt. En als hij terugkwam! !... Zij glimlachte verbeten.

John Cambell werd verhoord. Binnen de wettelijke termijn en in het bijzijn van de President-Schepen en dit diende te worden gezien als een eerbewijs tegenover de Deken van de Engelse kooplieden. John

89

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.