De Soete Bazinne

Titel
De Soete Bazinne

Jaar
1960

Pagina's
314



Ysbrandt de Graef loerde naar de knecht.

„Wat zei je? Toveren?”

„Jao, tovere! Eirst kak je de boel onder... nou loop ie mit luiers, meschien vreet je as een houthakker en loert naar de wijven, wou jij bewere, det so iets gewoon is?”

De knecht bood nonchalant zijn pijpje aan en afwezig propte Ysbrandt het vol tabak. Hij mompelde nadenkend:

„Toveren... dus dat is ’t! Toveren... dus alleen maar even en straks komt het allemaal weer terug,” en zich tot de knecht wendende vroeg hij: „Waarom zou die me betoveren?”

„Naaw...totdet je de rekening hib betaold. Daorna kin je foor sein part de poeperij weer terug krage. As hij s’n poen maor eerst hib. Went daorfoor stao je in een kwaoje reuk.”

„Dus jij gelooft?”

„Ik geloof niks,” riep de knecht, stak z’n pijpje op, want daarom was ’t begonnen, en liep bedrijvig naar een paar boeren, die kaas te wegen hadden.

„Betoveren... betoverd,” mompelde de waard en sjokte over de Dam.

„Een ter dood veroordeelde betoveren om z’n geld. Wacht maar... wacht maar... jodenmoffentuig!”

En zo mompelend scharrelde hij naar de visbanken, want daar stond Cae Buitenwegh, die een paar maanden geleden nog geregeld hielp in 'De Lenteblom’ en nu de kost verdiende met de verkoop van verse aal. Bij Cae vond hij ook een gewillig oor. Het luisteren naar wat een mens allemaal overkomen kon, verschafte haar uitzinnige angst en een huiverig genot. En nu deze nieuwe variatie! Toverij! Hekserij! En nog wel van een jodendokter. Hoe kon God ’t gedogen? Ontzet staarde Cae over haar bunnen, alle activiteit was uit haar geweken. Here... dat een dokter je helemaal willoos kon betoveren... dat ie een ziekte kon genezen en weer terug roepen!

„Wat sei die... toen die je betoverde?” vroeg ze gretig.

„Weet ik niet,” kreunde de waard.

„Zee die niks?... Dee die dan wat?... Mit s’n handen?” hield ze aan. „Hii streek over m’n buik... en drukte onder mijn ribben en aan stuurboord, hier...,” en Ysbrandt wreef over z’n onderbuik.

„Ja... ja wat daor sit geloof ik wel,” zei Cae waakzaam en ongerust; „weet je wat jij mot doen... je mot maane Heire van de Gerechte waarschouwe. Anders betovert ie d’r nog veel meer.”

72

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.