De Soete Bazinne

Titel
De Soete Bazinne

Jaar
1960

Pagina's
314



„Hé, menne! Hier Aasbrendt de Graof is in ’t gehaam ter dood ver-oordeild door maane Heire van de Gerechte! Pas op, menne, det kin ’n ieder nou overkomme in Amsterdam, stiekem gevonnist en den wondele in de son!”

„Schreeuw niet zo, ezel,” zei Ysbrandt, „en blijf ernstig in gezelschap van een treurig mens.”

En Ysbrandt de Graef vertelde van zijn ziekte en het advies van de jodendokter Chajim Todelche.

De waagknechten luisterden nu ernstig, want ziekte was als één der plagen van Egypte, met deze geheimzinnige listige erfvijand moest men niet spotten.

De oudste waagknecht draaide nadenkend zijn zware grijze knevels op en zei met ontzag:

„Ik kin ’t nou an je sien, nou je ’t seg. So’n buik en sukke billen, dat kèn niet goed weze. Da’s allemaol waoter.”

Voorzichtig drukte één der knechts op de buik en kneep in Ysbrandts billen. Tenminste zo dacht hij te doen.

„Verrek hé, so sacht en slap as een ouwe haring,” riep hij.

Druk redenerend betastten nu alle mannen de buik en de billen van de waard en waren het er over eens, dat zoiets je niet overkomen moest. Wat een rot ziekte!

De waard maakte zich boos, sloeg links en rechts naar de graaiende handen, schopte om zich heen en toen de knechts dan eindelijk weer naar hem wilden luisteren, hoorden ze:

„Ik hèb geen water! Ik hèb geen water! Dat zijn luiers... als ik ’t niet meer kan ophoue! ”

De knechts leunden tegen de pui van ’t lachen, maar de oudste, die de ellende der ouderdomsziekten voorvoelde, zei ernstig:

„Loop ’t den nog, waord? Kin die jodendokter ’t den niet opstoppe?” „’t Loopt niet meer. Sinds ik weer alles eet is dat over... maar de Hemel en de jodendokter weten wat er allemaal in mij gebeurt! Affijn ik groet jullie... misschien nog een paar weken en dan zien jullie mijn stoet wel voorbij komen, ’t Gaat niet van de armen... dat niet. Ik zal zorgen, dat ze jullie een borrel schenken na de begrafenis.”

De oudste waagknecht, belust om een pijpje te stoppen van Ysbrandts tabak, antwoordde luchthartig:

„Waord, haaw op. Je wordt opnieuw jong. Die jodendokter tovert nog es een knappe vrajer uit je. Wacht maor, den kruipe de maades nog es naor je toe.”

71

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.