De Soete Bazinne

Titel
De Soete Bazinne

Jaar
1960

Pagina's
314



Zij doofde de kaarsen in de herberg, nam de blaker met de dikke vetkaars van tafel en besteeg de wenteltrap. Achter de deur van Ysbrandts kamer hoorde zij snurken, uit die van Anna Swaerdemaeckers kwam geen geluid. Even luisterde Dirckje, liep toen met kloppend hart zo zachtjes mogelijk naar boven. Op haar kamer, zo vlak onder het schuine dak, was het broeiend heet, zodat zij zich snel ontkleedde en vlug het nachthemd overwierp. Toen liep zij naar het venster om wat frisse avondlucht in te ademen. Ze keek eerst naar de hemel, toen naar het dak van Pieter Ravesteyns woning en vervolgens naar beneden. De zwarte vensters omvat door witgeschilderde kruissponningen deden luguber aan. Het was alsof zij haar aanstaarden. Toch kon Dirckje haar ogen er niet van afhouden. Vreemd, nog nooit was dat gebeurd, nimmer had zij op die vensters gelet. Ze leunde met het hoofd tegen de raampost, tuurde wat naar de sterren. Het eenzame venster in de topgevel werd plotseling zwak verlicht. Oude Hillegie begon zeker weer haar rondgang. Griezelig, dacht Dirckje, die oude meid kon dat gruwelijke uit haar jeugd maar niet kwijt... wat het precies was geweest, wist niemand en Hillegie wilde het ook niet vertellen. Het enige wat zij eens tegen Dirckje had losgelaten waren een paar geheimzinnige woorden: hij zoekt me... en als hij me vindt, zal hij me doodslaan... laat hij me dan neerslaan, goed... maar in bed wil ik niet vermoord worden; en oude Hillegie was geheel overstuur de herberg uitgerend en had vergeten haar kan bier mee te nemen. Arme oude Hillegie, wat is er voor vreselijks gebeurd in je jeugd? mijmerde Dirckje, nog steeds starend naar het licht in het eenzame venster. Vreemd, anders duurde dat nooit zo lang, Hillegie ging altijd snel met haar kaars door het huis. Vreemd, en dat Pieter Ravesteyn juist haar als huismeid genomen had...

Pieter Ravesteyn! Dirckje onderdrukte een kreet van schrik. Het licht was verdwenen en de onderschout stond aan het venster. Zijn hemd blankte op in het donkere raamgat. Zijn gezicht was schemerig, de oogholten zwart. Hij floot opeens zacht en wenkte haar... En weer was daar die huivering, welke haar doortinteld had en haar wangen nu koortsig deed gloeien. Nog nimmer had zij zich aan een man gegeven, slechts een vluchtige zoen had zij zich laten afpersen. Ook de onderschout had niet meer gekregen. Nog tweemaal had hij kans gezien haar te ontmoeten als zij alleen in de herberg was... Het was alsof hij op de loer had gestaan om zijn ogenblik af te wachten. Dirckje glimlachte, zo’n rijpe vent en dan zich gedragen als een beginnend kereltje.

42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.