De Soete Bazinne

Titel
De Soete Bazinne

Jaar
1960

Pagina's
314



een stenen pijpje. Behaaglijk blies hij dikke rookwolken uit. „Anna... kom es even bij me zitten,” zei hij.

Schoorvoetend liep ze naar z’n bed en keek op hem neer. Zag z’n lelijke oude gezicht, dat meestal zo slecht en duivels was. Terwijl ze wachtte, dacht ze aan Wybrechje. Hoe was het mogelijk geweest, dat een frisse meid zich aan zo’n man had kunnen geven ter wille van het jofferschap en z’n geld. En Ysbrandt was 25 jaar ouder geweest dan z’n vrouw.

„Anna... ga zitten!” herhaalde hij.

„Nee... ik blijf maar even. Ik wil m’n rust hebben. Straks zal het druk worden.”

„Anna... luister. Je hebt gehoord... ’t is oorlog... met Engeland. Jarenlang hebben ze ons gepest. We zijn te groot en te rijk geworden naar hun zin. Goed... ze zullen een pak op d’r verdommenis krijgen, wees daar maar gerust op. Weet je... Anna... in ’37 heeft alleen de West-Indische Compagnie achthonderd schepen uitgerust om Brazilië te pikken... met zevenenzestigduizend man aan boord... daarom, wees maar niet benauwd... we krijgen genoeg schepen en volk op zee. We vreten ze op! ”

„Ysbrandt de Graef... ik wil gaan rusten. Vertel dat allemaal maar aan de koopman Simon de Bye, als hij weer eens op de trap gaat zitten jammeren.”

De oude waard lachte, keek opeens boosaardig langs haar heen en zei:

„Als ik de Schout was, dan stelde ik hem aan de kaak met het bord 'lafaard’ rond z’n vette nek.”

„Ik ga naar m’n kamer, De Graef,” zei Anna ongeduldig en liep naar de deur.

„Anna... let op! Er zijn meer mannetjes als Simon de Bye. Ik weet dat van vroeger... opeens worden ze zo bang dat ze aandeel aanbieden in een lading of een schip. Koop voor mij zo’n deel... tot honderdduizend gulden... hoor je me Anna?!”

Roerloos stond de waardin met de rug naar hem toe. Het was alsof zijn woorden langzaam tot haar doordrongen, haar overmeesterden. Toen keerde zij zich om. Zij stamelde nu iets, dat geheel in tegenstelling was tot haar wezen:

„Ysbrandt de Graef... moet ik... ik die van zulke zaken geen verstand heb... moet ik?”

„Ja... jij! Voor mij!... Waar is nu je grote mond, Anna? Is ’t zo moeilijk

32

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.