De Soete Bazinne

Titel
De Soete Bazinne

Jaar
1960

Pagina's
314



Pietersdochter spreken nooit van de onderschout, maar ze noemen hem altijd de Baviaan.”

„Niet waar... ze liegen... wie heeft u dat verteld?”

„Tja, Dirckje... dat is nou weer wel m’n officie, wie me soms iets komt vertellen... Tja, dat is ambtsgeheim. Kom... één zoentje en ik vergeet ’t.”

„Voor altijd?” vroeg ze wat benauwd.

„Voor zolang ik die zoen op m’n wang voel branden,” lachte hij. „Hoelang is dat?”

Hij gaf geen antwoord meer, maar kuste haar begerig, omdat zij geen weerstand meer bood. Bevredigd liet hij haar los, ging breed aan tafel zitten, legde één been op de bank en ordonneerde:

„Dirckje Swaen! Twee malse haringen en klare jenever voor een onderschout van Amsterdam. En roep daarna de waardin.”

Jachtig bracht ze hem de haringen en de jenever, vurig rood van schaamte omdat hij haar nog steeds plagerig en begerig met de ogen verslond. Toen snelde ze de wenteltrap op en bonsde op de kamerdeur van Ysbrandt de Graef.

„Joffer... joffer...,” riep ze. „Kom direct benee... de heer onderschout wil u spreken... onmiddellijk!”

Zij snelde weer terug de trap af, hield daarbij haar rokken wat op. En Pieter Ravesteyn keek met een bijzonder lachje in z’n ogen en om z’n mond naar haar welgevormde benen. Hij riep haar toe:

„Dirckje, Dirckje... de brand op m’n wang is over. Ik ga m’n eisen verzwaren! ”

Zij keek hem van terzijde aan, even sprakeloos, toen moest ze onwillekeurig glimlachen om die ongegeneerde vrouwenjager. Hij zag het, wilde opstaan om z’n buit binnen te halen, maar met twee snelle stappen verdween ze in het trapgat naar de keuken. Toen haar gezichtje nog even boven de drempel te zien was, stak ze haar tong tegen hem uit, maakte met haar vingers een lange neus.

Hij lachte daverend, sloeg zich van plezier op de dij, dronk in één teug z’n jenever, draaide daarna z’n knevel op. En voelde zich van top tot teen een man.

Langzaam daalde Anna Swaerdemaeckers de trap af. Pieter Ravesteyn deed alsof hij geen acht op haar sloeg, hapte bedachtzaam van zijn haring. Op de onderste tree stond ze stil en bekeek hem. En hij blikte terug met z’n roodbruine nu stekende ogen, langs de half afgebeten

22

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.