schoenen, leunend op een wandelstok. Hij schrikt van de hese, vermoeide stem, die uit een andere wereld schijnt te komen en tot hem zegt:
‘Meheer Izak, gane d’r weer gane? Gane d’r weer d’r nesjomme wage over het grote jam? öi, is d’r niet land genog hier?’
Isaac de Fuentes ziet neer op het zeer oude mannetje, dat evenals hij naar het schip en het want kijkt en Isaac moet glimlachen. ‘Waarom zouden ze niet, Bennie. Als het oude niet meer deugt, waarom zal men dan niet het nieuwe proberen?’
‘Als het ouwe niet meer deugt, als. . . Wie zeg, dat het ouwe niet meer deug? Sullie zegge het en U zeg ’t, U zeg het dubbeld. Waarom zeg U het dubbeld? Omdat U er an verdient!’ antwoordt Bennie een beetje heftig. Dat is zijn gewoonte. Als iemand Bennie Alter antwoord geeft, dan wordt hij altijd heftig en geïrriteerd en hij praat er nat van. Men zou denken, dat hij dan ku'aad is. Maar verre van dat, kwaad is Bennie nooit, want daarvoor is hij te oud geworden.
‘Ho, ho,’ lacht Isaac, ‘dat is niet juist, Bennie. Hebben wij de mensen hierheen gelokt? Hebben wij ze hier gehaald om hen over te brengen en zo aan ze te verdienen, of komen deze mensen vrijwillig? En omdat zij dit nu eenmaal doen is het toch geen kwaad, dat wij hen verder verv oeren?’
‘Gelok of niet gelok, ze benne d’r en jullie hebbe ze niet teruggestuurd. Oser. Me had ook kenne zegge: Mense, ga terug, het is daar niet beter, dan waar je vandaan komp. Ook daar zal je motte sappele, ook daar zal je jullie kindere zien afsterreve, ook daar zal je jezelf motte neerlcgge. Wat is er verschil?’
‘Deze mensen zoeken vrijheid, Bennie. Ze kunnen de armoede, de ellende of onderdrukking niet meer verdragen en gaan trekken als een kudde, die wegrent van een dor geworden streek,’ antwoordt Isaac kalm.
‘Vrijheid is schmoes en onderdrukking is schmoes. Weet U wat sullie wille? Ik weet het goed, ze wille probere daar zelf de baas te spelen over andere. En dat noemen sullie dan vrijheid. Praat me d’r niet van. Het is er niet, watte de mense verlange en het komp er niet. Waarom dan al die herrie, oi, waarom? Blijf rustig op je grond en ga daar dood.’
Isaac antwoordt niet. Hij denkt na over de woorden van de oude Bennie, die op zijn manier de doelloosheid van alles tracht aan te tonen.
85