Isaäc de Fuentes

‘Och kom, Madeleine, je fantaseert maar wat,’ zegt Anatole klein. ‘Zo, zo, mannetje, wil je soms mijn kasboek zien? Daar staat met enige geheime letters ‘vijf en twintig stuivers’ en dat was het zwijggeld voor de heren dienders!’

Anatole staat er jongensachtig verlegen bij en de Fuentes moet er hartelijk om lachen.

‘Madeleine, het was mijn schuld, omdat het mijn wijn was. Maar laat hem nu meegaan, ik zal hem zelf en zonder kosten terug brengen.’

‘Nee,’ zegt Madeleine, ‘nee, hij blijft hier.’ Maar intussen staat zij op, schikt de das van haar man recht en strijkt zijn jas wat glad; terwijl zij hem een zoen geeft, duwt zij hem de deur uit. Tijdens de wandeling naar het Coifyhuis moet Isaac nog glimlachen om Madeleine. Zij is een babbelkous en een bemoeial, maar zij is ook een lieve vrouw en vaag komt bij hem de gedachte op, dat Jannetje toch wel wat vrolijker had kunnen zijn. liet eerste glas wijn drinken Daumer en de Fuentes zwijgend. Anatole kijkt zijn vriend meermalen tersluiks aan en hij kan maar niet begrijpen, dar Isaac zich zo druk maakt over het heengaan van een huishoudster. Fr zijn tallozen, die haar plaats graag zullen innemen. Hij zou het wel weten; meermalen onwillig van huishoudster verwisselen en niet de lelijkste u't zoeken.

‘Isaac, man, kijk toch niet zo sip! 1 Iet is hef einde der wereld niet; le staat er toch. buiten? Het is een zaak tussen Jannetje en Jannetje, zelfs niet tussen Jannetje en Van Sliedrecht. Wanneer zij gaan wil, komt er graag en vlug een ander.’

‘Zó een niet meer, Anatole.’

‘Je bent blijkbaar diep onder de indruk van haar kundigheid of haar bekoorlijkheden.’

‘Zeker hen ik onder de indruk van haar kundigheden. Mijn huishouding is model, mijn leven verloopt als een klok zonder dat het vervelend wordt. Mijn zoon heeft een opvoedster zoals er geen tweede*is; als door een moeder wordt die jongen verzorgd en dan is Jannetje prettig om te zien. Wellicht ben ik onbewust ook diep onder de indruk van haar bekoorlijkheden.’ Isaac kijkt star voor zich uit, als hij dat zegt.

‘Isaac, is er meer tussen jou en haar?’ vraagt Daumer ronduit, ‘als dat zo is, dan is het toch gemakkelijk genoeg haar te houden.’ ‘Nee, Anatole, niet wat jij bedoelt. Fr is het dienstverband en de

62