Isaäc de Fuentes

Titel
Isaäc de Fuentes

Jaar
1952

Pagina's
324



‘Is het waar, dat U deelgenoot geworden bent bij de reder Van Sliedrecht?’

‘Vanwaar die wetenschap, Jannetje?’

‘Mijn broer uit Middelburg heeft mij een brief gestuurd, mijnheer. Ik zou dringend willen weten of het zo is.’

‘Jannetje, het zijn Uw zaken wel niet, maar ten dele is het waar.’

‘Hoe ver is ten dele,’ dringt zij aan.

‘Ik wil weten, waarom je mij dit kruisverhoor afneemt,’ zegt Isaac beslist, ‘wellicht zal ik je daarna de zaak vertellen.’

‘Dat wil ik niet zeggen. Nu nog niet.’ Er springen tranen in Jannetjes ogen. Met moeite weerhoudt zij zich om niet in snikken uit te barsten. Zenuwachtig spelen haar vingers verder met de speld of frommelen aan de blanke hals.

‘Heeft U getekend?’ dringt zij verder aan.

‘Er is getekend,’ aarzelt de Fuentes.

‘Altijd tekenen mannen contract na contract, het lijkt wel een spel voor hen, zoals jongens knikkeren. Het streelt misschien wel erg hun ijdelheid om die vloeiende en krullende handtekening te mogen zetten. Wij vrouwen zijn bang voor de contracten,’ barst Jannetje los, ‘bang voor papier en inkt. Here God, hoe kunt U het gedogen!’

‘Jannetje, Jannetje, bedaar toch, wat scheelt er aan?’

‘Wat heeft U gedaan?’ gilt zij opeens, uitzinnig van drift.

‘Ik heb Eli ingekocht bij de reder Van Sliedrecht. Hij zal deelgenoot worden bij zijn meerderjarigheid. Tot zolang houd ik toezicht op zijn deel en geniet daarvoor een rente; dat is alles, Jannetje. Eli houdt van schepen en de zee, daarom leek het mij goed.’ ‘Dus toch, dus toch juist,’ herhaalt Jannetje, geheel ontdaan. Isaac is opgestaan. Hij is op haar toegelopen en heeft de arm om haar schouders gelegd. Het is Jannetje vreemd te moede; zoals vele vrouwen vóór haar, ondergaat zij de nabijheid van de Fuentes als iets vertederends. Zij kijkt naar hem op. Isaac ziet plotseling hoe Jannetje was als kind en als jong meisje. Hij brengt haar naar de stoel die tegenover hem bij het vuur staat en drukt haar er zachtjes in neer. Hij neemt haar hand in de zijne, in die warme, harde soldatenhanden.

‘Jannetje, vertel het eens; denk maar, dat ik je vader ben, bij wie je je hart eens komt uitstorten.’

‘Vader,’ begint Jannetje haast fluisterend, ‘vader stierf voor de

57
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.