zijn verwarde haren, strijkt zich over de chevrons, strekt zijn handen en schuifelt weer onrustig op zijn kruk.
‘Stel, ik pacht die zaak, wat moet U dau per jaar hebben?’
‘Ik verpacht haar niet, ik wil geen zorgen na de pachttijd.’ Isaac spreekt duidelijk en heslist. ‘Ik bied de zaak aan als inbreng en betaling voor een partnerplaats voor mijn zoon in Uw onderneming. Ik vraag daarvoor een vaste rente van 10.000 Hollandse guldens per jaar plus een gedeelte van de winst, die de zaak in Le Havre maakt en het recht de belangen van mijn zoon waar te nemen tot zijn meerderjarigheid.’
Reder Van Sliedrecht kijkt de Fuentes met onverholen verbazing aan. Dit is een nieuw soort koopman voor hem. Hij is geen groot handelsman en ook geen groot kind in zaken, maar hij is gevaarlijk. Hardop denkend, langzaam herhalend, zegt de reder: ‘Geen verkoop, maar een cadeau; geen partner, maar één in de toekomst, geen risico, maar een vast inkomen. Mijnheer de Fuentes, dat is niets voor mij.'
Isaac is opgestaan, grijpt hoed en stok; ook de reder komt van zijn kruk.
‘De onderhandelingen zijn hiermede ten einde, denk ik, mijnheer Van Sliedrecht’.
‘Nee, mijnheer de Fuentes.’ Piet van Sliedrecht heeft het gevoel de zeilen te hebben gestreken en daar kan hij niet goed tegen. ‘Wilt U mij nog eens bezoeken?’
Isaac is opeens beu van zaken en wil er enige dagen vrij van zijn. Daarom antwoordt hij de reder, dat hij verdere besognes heeft, maar hij zal hem ten spoedigste laten weten, wanneer hij hem weer bezoeken zal. Hun afscheid is koel en nauwelijks heeft Isaac de deur achter zich gesloten, of Piet van Sliedrecht stopt, met driftige drukken, tabak in een lange gouwenaar en kijkt verstoord en ontevreden over het gewoel van de Wijnhaven.
Enige dagen later wandelt Isaac niet Fli langs de Boompjes. Er is een prachtige, grote graanclipper uit Zuid-Amerika binnengelopen en Eli hield niet op met vragen, tot de Fuentes zijn zoon heeft beloofd het schip te gaan zien. Wanneer ze dan van de Oude Haven komen aanwandelen, zien zij de vijfmaster reeds van verre en hoe meer zij het schip naderen des te sneller wordt de Fuentes door zijn zoon voortgetrokken.
Eli is stil geworden, wanneer hij voor het schip staat. Vol ontzag
53