diep zondig om in zijn hart te moeten bekennen, dat hij de Kerk verkoos. Spijt, grote spijt, die hem lijfelijk aandoet, drukt hem diep in zijn stoel en hij gevoelt, dat hij de Fuentes aankijkt met haat, iets dat hem nog nimmer is overkomen. (Dok Isaiic voelt zich onbehaaglijk door zijn verklaring. Hij meende het in volle ernst, doch de idee onhoffelijk te zijn geweest, doet hem zeggen: ‘Het spijt mij U dit te hebben verklaard. Het vare beter geweest het voor mij te houden, maar ik wilde niet anders dan eerlijk antwoorden. Later, wanneer wij elkander beter kennen, hoop ik de kwestie nog eens met l te bespreken en wij zullen elkanders standpunt dan zeker waarderen.’
Davidson antwoordt met. Hulpeloos kijkt hij zun gezin rond er wat hij verwacht, vindt hij ook. De familie Davidson is wel heterogeen samengesteld, maar naar buiten is zij een. Zij kibbelen onderling en vaders gezag is niet groot, maar een aanval op hun jarenlange gewoonten en inzichten dulden zij niet en vooral niet op hun kerk, want zij zijn angstig voor hun God.
Rebecca snelt haar man te hulp. Zij is onder de indruk van Isaacs mannelijke verschijning gekomen, doch dit heeft tevens haar moederlijke bescherming wakker geroepen jegens haar moeilijk vechtende echtgenoot. Haar diepe ah klinkt scherp als zij zegt: ‘Was het niet beter geweest voor een zoon der revolutie, om het huis van een ouderwetse Joodse familie stil voorbij te gaan, in steile cr onrust te brengend
"Inderdaad Mevrouw, ik geloof, dat :k mij zeer vergist heb. I n ik vraag L wel excuus. De gevolgen zal ik aanvaarden.’
Susanne is het eens met de familie-opvatting, doch de bruuske manier van moeder, die haar nimmer heeft aangestaan, komt weer eens in conflict met de van haar vader geërfde hoffelijkheid: ‘Moeder, vergeten wij niet, dat de heer de Fuentes onze gast is!’ "Vergat mijnheer de Fuentes het niet éérst.-’ bitst Rebecca terug, ‘ik wil graag vrede, maar niet tot iedere prijs.’
Davidson heeft zich inmiddels hersteld; hij schaamt zich nu in zijn huis, waar volgens de oude opvattingen een gast heilig is, met deze te hebben gekibbeld. Maar de hulp van Rebecca heeft hem goed gedaan. 1 lij wil nu sussend tets in het midden brengen, doch Rebecca staat plotseling op. Zij is opeens oud en waardig. Het oude, trotse koöpliedengeslacht der Van Hamburgs leeft in haar; mensen, die verbindingen hadden over heel de wereld en met eigen schepen voeren op Zuid-Amerika. Rebecca heeft
29