zelfde: bloed en tranen, verwoestingen en geesteli j ke ontreddering bij beide partijen. Als jongeman en vooral in deze tijd zul je verlangend zijn heldenfeiten te horen van kerels zoals jij. In mijn lange leven heb ik inderdaad zogenaamde heldendaden gezien en nu is het vreemde, dat zij in mijn herinnering tot één massa zijn geworden; zij zijn ineengeschrompeld tot één bloedige stapel doden.’
Dit antwoord is moeilijk voor Jozef. Hij begrijpt het Frans wel en ook de zin van het gezegde. Een antwoord schiet door zijn brein. Hij kan het echter niet onder woorden brengen in de vreemde taal. Hij antwoordt niet en kijkt ver weg, teleurgesteld. Maar daar komt Isaac hem te hulp. Lachend en tot grote verrassing van het gezelschap, dat zienderogen oplucht, zegt hij nu in tamelijk behoorlijk Nederlands: ‘Antwoordt mij maar in het Nederlands, mijn jongen. Het is verscheidene jarcn geleden, dat ik hier was, maar ik geloof, dat het nog wel za! gaan met de kennis van jullie taal.’
Dan vertelt de Fuentes, dat hij drie jaren in Nederland in garnizoen heeft gelegen, er later veel heeft gereisd en de taal daardoor tamelijk beheerst. Bovendien wil hij nu gaarne zoveel mogelijk Nederlands gaan spreken.
Isaacs bekentenis brengt vrolijkheid. Men lacht veel, de stemming wordt opperbest. Opeens vraagt Jacob aan zijn zoon, of hij de heer de Fuentes nog wil antwoorden. De kerkvoogd heeft onder de vrolijkheid het thema vastgehouden. Dit is zijn wereld, die van de geest en het debat, zoals op de wekelijkse leeravonden bij Rabbiin Zernowits; dan geeft hij zich geheel, alles om hem heen wordt ondergeschikt: zijn vrouw, zijn kinderen, zijn zaak.
Het gezegde van zijn gast is een grote vreugde voor hem. Dit is dus niet alleen een soldaat, die hij enige tijd zal herbergen, dit is een phiiosoof met een lange en rijpe ervaring. Al vocht hij dikwijls tegen een gevoel van minderwaardigheid, dan betrof dit alleen zijn postuur, zijn positie in de maatschappij, zijn vader-rechten. Maar zonder morren, zonder wrokkende gedachten, echter wel na grondig onderzoek, aanvaardt hij steeds de overheersing van een groter of voornamer intellect. Nu antwoordt hij voor zijn zoon in scherp gekozen woorden.
‘De rij doden is in Uw gevoel het totale resultaat van de verrichte heldendaden. Stelt U, dat alleen een stof-vernietigende
22