Nu leef ik, nog leef ik, nadat men mij heeft gezocht en opgejaagd. Het Oppenvezen heeft mij gered, zoals die keer in het Spanje van Ferdinand cn Isabella en ik zal hebben at te wachten hoe Hij wenst, dat ik dit leven verlaat.
Ik tel nu 73 jaren cn al mijn dierbaren zijn dood of verspreid. Fister, mijn vrouw, stierf onder het puin van Rotterdam; ik moet er dankbaar voor zijn, dat al het verdere leed haar bespaard is gebleven, /ij is wel gezegend. Rachel, mijn dochter, haar man en mijn kleinkinderen keerden niet weer uit Polen. Hun as is verspreid in de wind, tot stof zijn zij wedergekeerd. Waarom? Nimmer zal er een antwoord zijn, want er was ook geen antwoord op de gruwelijke dood van de dierbaren uit al mijn levens. Benjamin is gesneuveld op de Grebbcherg, hij is begraven te midden van zijn kameraden. Van mijn bloed is geotterd voor het land, dat ons heeft opgei ionen als zijn kinderen cn waarvan ik de wetten altijd geëerbiedigd heb. Want dc wet van het land, dat is de v et. Jesaia is gegrepen als lid van de illegaliteit en werd gefusilleerd. I iifiers knechten wisten niet, dat hij een jood was, daarom is hij niet vergast of omgebracht in hun mijnen. In jesaia heb ik nog eens geleefd zoal? ten tijde van Juda Maccabeus. Ester mijn dochter leeft, |ona mijn schoonzoon leeft, /.ij wonen met hun kinderen in Palestina. Het gaat hun goed op de grond onzer vaderen, doch ik vree'.. Nooit is dit land rustig geweest, deze landweg tussen Azie en \frika. 1 koeveel machten hebben er over dit land geheerst en hoeveel malen hebben de volken hier hun veten uitgevochten ten koste van de boer? Daarom vrees ik voor hen, hun kinderen en kindskinderen. Daarom vrees ik