En ik %ag Nebukadne^ars soldaten in Jerusalem en gij joegen mij voort door de noes fijn naar Baby Ion.
En ik nas ambtenaar van Ne hernia Ben Hakalja, de stadhouder van Artaxer.xes en herstelde de muren van Jerusalem op sjjn bevel. Ik stierf in Baby Ion als een hoge beambte. Het was in vrede en in verbanning.
En ik leefde onder Antinches Epiphanes en weigerde de Griekse beschaving. Als vrijschutter onder Juda Alaccabeus heb ik mijn plicht gedaan. Ik stierf met hem bij Eleasa. Het was in opstand.
En ik tyag Jogtta van Nagareth voor Pontius Pilatus en mijn hart was vol medelijden voor dege mens. Ik ben uit de menigte gevlucht, omdat ik laf was en mijn stem niet verhief. Ik stierf als een arme boer, het gemoed vol wroeging. Plet was vrede, doch het land was vol dreiging.
En ik trok met de Romeinse legioenen naar de Teutoonse landen. Ik was koopman en voorgag de garnizoenen van koren en wijn. Ik stierf in wede en aan mijn graf stonden Germaanse hoofdlieder en gij eerden mij.
En ik diende Maimonidcs als schrijver en ik heb opgetekend hetgeen de grote Pinker geide. Ik stierf in vrede, doch het schemerde reeds voor de Joden in Europa.
En ik was rabbijn in Keulen; ik werd geslacht toen driehonderd gemeenten werden verdelgd, omdat er peest heerste in de christenlanden. En depe waren vol moord en brand en roof.
hn ik leefde als koopman in Spanje en stond voor Torquemada, maar God redde mij van de brandstapel. Ik stierf in Antwerpen na mijn vlucht, berooid als een bedelaar. Het land was rijk en welvarend.
En ik. leefde in Polen en was kleermaker en wisselde ook geld om te leven. Ik stierf onder de hoeven van Chmelnicky's Kozakkenpaarden. En het land was arm, vermoeid en gebrandschat.
En ik Z‘d komen en sterven, jaar na jaar, eeuw na eeuw, totdat bet God behaagt deze aarde te verdelgen.