Isaäc de Fuentes

In Ur der Chaldeeën diende ik Abraham als knecht. En ik stond tussen hem en Efron, de Hethiet en woog op pijn bevel de 400 pikeren sikkelen uit, de koopsom voor Sara's graf in de spelonk van Machpéla. En ik haalde Rebecca voor Isaac en stierf kort na mijn meester Abraham. Het was in vrede.

En ik kwam met Jacobs ponen in Egypte en pagfopef, de onderkoning. Met facob keerde ik weer, als hoofdman over pijn knechten en leefde in het land Gosen. Ik stierf kort na mijn meester facob. Het was vrede.

En de pwepen van Pharao's werkmeesters geselden mijn rug, want ik was slaaf in Egypteland, totdat Mopes ons tot opstand bracht. En ik stierf, na mijn leider Mopes, in een gevecht bij het ingaan van Kanadn. Het was oorlog.

En de boer Saul was mijn banheer en ik diende hem als boogschutter. En ik bracht een bloedend stuk rund m'et pijn dreigend bevel naar de buur-stammen. Ik stierf door mjn eigen pwaard, poals Saul door het pijne. Het was in oorlog.

En ik pag Amos en hoorde pijn hartstochtelijk waarschuwende woorden. Ik stierf als rjke jongeling en het land was in vrede en in overvloed en in verderf.

En ik leefde in Samaria en pag Sargon, die het land verwoestte en ons wegvoerde, nadat Salmanasser onpe ondergang gepworen had. Ik stierf door de hand van een Assjriër, toen ik mj verpotte. Het was in oorlog.