Dat kan daar. MitraiUeurvuur uit vliegtuigen, napalmbommen op vluchtende vrouwen en kinderen. Napalmbommen! Hebt u zeker wel eens in de bioscoop zien neerkomen.’
‘Ja. Ontzaglijke vlammen in roetzwarte wolken/ antwoordde ik somber.
‘En waarom?’
‘Tja.’
‘Nee vader, niet tjaën. Vietnam is weer het proefveld zoals Spanje er een was voor de Tweede Wereldoorlog. En als we allemaal zeggen: Het is ver van m’n bed, dan wordt nu eens hier en dan weer daar een klein onschuldig volk uitgemoord. Om te testen. Om de Amerikaanse produktie op gang te houden. Wapens maken en verkopen en betalen laten met afzichtelijke wonden, met lijdenswegen tot de dood erbarmen brengt. Ik ga!’
Nu keek ik terzij. Zag haar mooie profiel. Zag de vastberaden trek. Zag hoe ze haar drift bedwong. Mijn dochter. Ik voelde me opeens trots. Maar ik zag ook een traan. En dat kon geen traan zijn voor Vietnam. Men huilt om zich zelf en nooit om een vreemd volk.
Ik stond stil. De Engel des Heren was naast me.
‘Mare Koerlander. Er is niet alleen een goi, er is ook een jood in dit leven.’
‘Is dit een ingeving, meneer de Engel?’
‘Ja. Vecht voor deze dochter.’
‘Waarom? Moet ik met haar iets betalen op mijn levens-rekening?’
‘Voordat u Deborah trouwde hebt u bij veel vrouwen uw zaad gestort. Alleen maar om te genieten, niet om nakomelingschap. U had toen tweeëntwintig jaar geleefd.’
83