man is een oerdier. Als hij ziet, dat een knappe vrouw naar een ander gaat, wordt hij jaloers, al heeft hij met beiden niets te maken. Ik ondervroeg verder:
״Verdient hij zijn brood?”
״Niet zo goed als u” en er klonk spijt in haar stem.
״Wij kunnen niet allemaal bankier zijn en dan, mijn inkomen berust op oud familievermogen. Dat komt niet zoveel meer voor. Wat is zijn beroep?”
Zij waardeerde blijkbaar toch mijn belangstelling en ontdooide. Zij liet iets varen van haar etalagepoppen-houding en leunde nu met haar ellebogen op tafel en steunde het hoofd met de handen. Haar slanke vingers woelden wat in het krullende honingblonde haar, bij de oren. Zij keek mij rechtuit aan met haar groengrijze ogen en weer constateerde ik dat die koud waren.
״Hij is ingenieur, scheepsbouw.”
״Vijftig?” en ik leunde nog iets meer onderuit.
We zaten er nu werkelijk bij als man en vrouw. Zij knikte. Antwoordde triomfantelijk:
״Achtenveertig en knap en een klein beetje grijzende slapen, en aardig. Oh, hij kan zo gezellig vertellen. Hij heeft de hele wereld rondgezworven, geloof ik.”
״Gezond?”
Dat was te veel. Daar had ik niets mee te maken. Zij gaf het juiste antwoord. Zij antwoordde niet. Zij stond op, slank, lenig, pakte de fruitschaal van de serveer-wagen en zette hem op tafel vlak voor mij. Zei hoog-moedig:
״Ik geloof dat het beter is dat ik naar mijn kamer ga, meneer Levano. Wilt u mij verontschuldigen?”
Ook uit een boek of uit een toneelstuk. Maar zij deed het zo goed, dat het mij ruw maakte, een vreemde reactie.
76