״Aha, wat lees je?” Daarmee begon hij zijn instructie.
״Niets de laatste tijd, alleen kranten en een paar opinie-weekbladen.”
״Tijdverspilling. Een krant is nog iets. Het naakte be-richt. Maar een opinieblad is niets. Een vent heeft een bittertafelmening, die kleedt hij aan met een hoop vreemde woorden en tienduizenden drinken deze gees-telijke azijn en verslijten hem voor nectar.”
״En als ze nou niet weten hoe nectar smaakt?”
״Dan verdienen ze onder te gaan, aangevoerd door die azijnman. Medicijnmannetjes in het oerwoud en onze azijnmannen zijn uit hetzelfde hout gesneden. En nu je vraag, waardoor ontstaat gevoel. Naar mijn mening uit belangstelling. Ja, dat is de bron. Als jij nu bij voor-beeld belangstelling had voor Israël, dan kreeg je er ook gevoel voor. Langzaam aan zou j e via j e gevoel tot laaiend enthousiasme komen en...” Ik onderbrak: ״Alphonse, dit Israël is mij te stoffelijk. Mijn vraag betreft de geest.”
״Dat maakt niets uit. Je gevoel ontstaat alleen door belangstelling, of het nu stoffelijke dingen of zaken van de geest zijn.”
Hij schonk onze glazen vol. Hij schoof nu een flink blokje kaas onder zijn witte knevel. Friemelde nerveus met zijn slanke vingers om het vettige weg te wrijven.
״Hoe kom je tot die vraag?” De instructie ging dus voort.
״Mijn voorvader Gideon Levano was bij mij.”
״Hè, wat zeg je nou? Hier?”
״Nee, op mijn kantoor, in een sluimerdroom.”
״Oh,” en er verdween weer een blokje kaas in zijn mond.
״Gideon Levano, je bent rijp voor de psychiater of
60