even haar armen. Even hetzelfde gebaar als bij Jopie, het tweede meisje, even dat begin van een moederlijke troost. Maar ook zij liet onmiddellijk bedeesd haar ar-men zakken. Lief en impulsief kunnen vrouwen zijn, ook voor een oude grijze wolf. Lief, impulsief en schroomvallig.
’s Avonds kwam Alphonse de Villeneuve. Hij was op-gewekt, zoals altijd, en genoot van de thee en de vele petit-glacés, die hij met zijn slanke vingers in zijn mond stak. Ik moest glimlachen, want ik dacht aan mijn kinder-jaren. Op weg naar school bleef ik altijd geboeid staan kijken hoe een bakker zijn broden in de oven schoof.
״Waarom glimlach je, Gideon?”
״Om niets.”
״Je jokt,” zei hij verstoord en stelde wat driftig de stukken van ons schaakspel op. Ik antwoordde niet, soms is het beter niet te antwoorden ter wille van een vriendschap.
״Wit opent,” zei hij gebiedend.
Ik was wit en gehoorzaamde. Wij speelden. Hij won en dat herstelde zijn opgewektheid. Ook het tweede spel won hij gemakkelijk. Ik was er niet bij. Hij leunde achter-over, terwijl ik onze avondwijn inschonk. Toen nam hij zijn glas, hield het ter ooghoogte en liet de rode bor-deaux flonkeren. Hij kneep één oog dicht en bekeek mij doordringend met het andere over zijn glas heen. Ik glimlachte, want ik dacht aan de lorgnon van mijn voor-vader Gideon.
״Wat mankeert jou vanavond?” vroeg hij.
״Alphonse, vertel mij eens, waardoor ontstaat ge-voel?”
59