over mijn handen, bedekte haar rug tot over haar middel-
״Zal ik 2e afknippen? Een bandeau dragen?” vroeg ze.
Haar ogen waren vastbesloten, haar gelaatstrekken strak, de welgevormde lippen ferm gesloten.
״Knip je daarmee het verleden weg, Channah? Ver. dwijnt daarmee Joab Da Fonseca?”
״Is het niet genoeg voor een Joodse man, dat een vrouw door haar vlechten te offeren, afscheid neemt van haar jeugd, haar ijdelheid? Moet 2e haar ziel mee-offeren?”
״Ja,” zei ik, ״ja. Wanneer onze grootmoeders alleen hun haar offerden om een symbolisch gebaar te maken, dan was dat zonder zin. Maar ik, een Jood van deze eeuw, wil je ongeschonden schoonheid. En je ongeschonden ziel.”
Zij duwde mij zachtjes van zich af. En zij nam plaats op de Chinese kamferkist. Ik ging naast haar zitten, pakte haar hand. Toen zaten wij daar en staarden beiden naar het kroontje. Langzaam voelde ik haar hand toeknijpen tot een vertrouwelijke greep. Een hand die hulp zocht.
״Ik zal je trouw zijn, Gideon,” fluisterde zij.
״Daaraan twijfel ik niet, Channah. Jodinnen zijn trouw en kuis van aard.”
״Ik wil bewust trouw zijn, Gideon.”
״Wees trouw uit genegenheid, Channah.”
״Oh God,” snikte zij.
Ik stond op. Ik stond te staren in een hoek. Ik stond geslagen en gewond. Langzaam rees zij op, griste de sluier van de grond, wiste haar ogen af. Strekte haar rug. Ordende heur haren met een behaagziek gebaar. Keek naar mij glimlachend, treurig glimlachend.
״Kom,” fluisterde zij.
47