Ik voelde mijn grootmoeder heftig achter mij bewegen en het was alsof ik de woorden sprak, die over mijn hoofd op mijn vader werden afgevuurd.
Vader verborg zijn gezicht in zijn handen, grootvader klopte hem troostend op de rug.
״Je moeder meent het zo niet, Adam. Zij moet dit even kwijt. Wij staan naast je. Daarop kan je vertrouwen.”
Ik werd onrustig. Ik voelde dat mijn kin begon te tril-len. Dat ik huilen moest om vader, die daar voor mij zat te wiegen en te snikken met zijn gezicht achter zijn han-den. Arme vader, hij was nooit veel met mij bezig, maar hij schreeuwde ook nooit en was altijd vriendelijk en zacht. Ik wilde van oma’s schoot glijden naar hem toe, maar zij hield mij stevig vast aan mijn bovenarmen. Ik voelde mij vastgeklonken aan oma.
״Hoe heet hij”? flitste het over mijn hoofd. Het klonk wat schor en gespannen.
״Gideon... naar vader.” Ik zag grootvader stralend naar mijn grootmoeder kijken. Zijn snor bewoog iets, hij moest dus breed geglimlacht hebben. Ik voelde mijn grootmoeder niet meer bewegen, zelfs ademde zij even niet. Grootvader stond op, vlijde zijn hand op mijn ha-ren. Ik zag vlak voor mij zijn zwarte vestknopen, dieren-oogjes. En zijn zware gouden horlogeketting wat bande-loos slingeren. Hij rook naar zwarte pakken.
״Wil je hem benschen”, vroeg grootmoeder. Ik voelde haar trillen. Even vochten hun handen op mijn hoofd, toen duwde zij die van grootvader weg.
״Ja”, zei grootvader zacht.
״Hij is een sheigets. Het bloed van de moeder bepaalt.” Zij klonken hard deze woorden. Haar handen waren als schroeven om mijn bovenarmen. Zij verstootte mij met