Toen sloot de Aartsbisschop de ogen en verwachtte de Dood.
Het middagzonlicht scheen door de geopende vensters en ontrolde in de sterfkamer een brede gouden baan van magisch vuur. En daarin was het schaduwkruis van de kozijnen en bedekte het bed van Zijne Hoogwaardige Excellentie. En alléén Abt Johannes hoorde het kwetteren van de vogels en al de geluiden van het veld.
88