Prenten aan de galg, 24 verhalen

Titel
Prenten aan de galg, 24 verhalen

Jaar
1968

Pagina's
164



„Aechte... toe... Aechte,” snikte Cae, „de Schout sluit je in als ze Claes niet vinden, oh, God... Aechte, die ijzers... gloeiende ijzers!”

„Ik heb m’n leven geleefd. Ga... draag het nieuwe uit.”

Zij opende snel de dekenkist, reikte Claes zijn hoge laarzen, zijn mantel, zijn beurs, de brede lederen gordel en de hartsvanger. Toen doofde zij de kaars. Zij spraken niet meer, hun afscheid was een kus in het donker op haar rimpelige wang.

Zij slopen langs de huizen, ontweken in de brandgangen de ratelwachts, bereikten de St. Anthoniespoort. Dirc Kodde vroeg niets, toen hij het gezicht van Claes Walich had belicht met zijn toorts. Uit een nis nam hij een touw, fluisterde:

„De weergang op, daar! Het touw rond een kanteel, ik neem het straks in. Verderop ligt een praam, dan de Lastage in. Éérst die jongen, hij is de toekomst... Geluk!”

Toen stond Dirc Kodde wijdbeens voor het rumoerige wachtlokaal, leunend op zijn hellebaard. En boven op de weergang keken de twee jonge mensen nog eenmaal naar de stad.

Cae Martensdochter Doedessoen sloot de ogen, Claes Walich hoorde haar fluistering: „Nacht, appelboompje... nacht!”

En hij zag haar wuiven met de vlakke hand ter hoogte van de schouder, alsof zij iets uitwiste, naar vrouwenaard. Toen gleed zij soepel langs het touw naar beneden, haar schoudermantel bolde op. Claes Walich volgde.

En een gordijn van regen scheidde hen van de stad...

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.