gram. Vouwde het dicht en borg het in een lade van de secretaire. En zegde beheerst:
„Was je handen, Eli. Over twee minuten is het Sabbath.” Die avond vocht Eli Sanders eerlijk tegen zijn gedachten, die steeds wilden doorbreken om zijn Sabbath te verstoren. De maaltijd smaakte hem niet en als hij wat bedroefd naar zijn zoon keek, sloeg deze de ogen neer...
Die maandagochtend reisde Eli Sanders naar Rotterdam. Hij wandelde naar het huis van Frankforter om kosten te sparen en z’n opwoelende drift te bekoelen. Salomon spreidde verrast vragend z’n armen, toen Eli Sanders zijn kantoor binnenstapte en riep:
„Ai... Eli... jij, hier in Rotterdam?”
Nog steeds zwijgend ontvouwde Eli Sanders het telegram en reikte het met een driftig gebaar aan Frankforter.
„Mooi geschreven,” spotte Saiomon, „heel netjes. En zonder fouten overgeseind.”
„Frankforter,” barstte Eli los, „Frankforter, dertig jaar doe ik zaken met je, dertig jaar heb je kunsten gemaakt! Maar dit telegram, twee minuten voor m’n Sabbath, was je meesterwerk. Wat betekent dit?”
„Kun je niet meer lezen? Ik annuleer, want ik ga failliet.” „Ja, ia... de rijke zuinige pingelende Salomon Frankforter gaat pleite. Vertel sprookjes aan je kleinkind. Waarom dit circusnummer, waarom schend je je gezicht, Salomon?” vroeg Eli Sanders streng.
„Tja... Eli, ik wilde nog wel eens met je praten,” zegde Salomon, terwijl hij z’n bakkebaarden streelde.
„Wil je dat zo bereiken, Salomon?”
„Waarom niet? Was je ook gekomen als ik had geseind, dat ik kiespijn had? Ik ken dat van jullie, ik heb bijna moeten smeken, dat de Heren Hoogmogenden van Eli Sanders Schortenfabriek zich verwaardigden te komen.”
„Wat dacht je, Salomon, dat wij een koeriersdienst hadden cm direct te komen, als je een chicane maakte?”