„Mijnheer Pastoor, slechts een werelds man kan het grootse van een veldslag.
„Zwijg, smid. Gij en uw Burgemeester hebben de naam christendom slechts geleend. Wilt ge trouwen of niet, wilt ge capituleren voor de charge van de hemelse schare.-' Misschien ligt deze beeldspraak u beter.”
„Ik zal het overleggen, mijnheer Pastoor.”
„Henriette Bonheur zal het voordeel van een strategische terugtocht stellig zien. Over vier weken verwacht ik uw capitulatie in mijn kerkje. En de prijs van dat hek moet u nog maar eens berekenen, ik vrees, dat hij te laag is. Gegroet.” Pierre Laval ging en dwaalde langs de wegen omdat zijn leven opeens zo moeilijk was geworden.
De fluistering, geladen met het grote nieuws, ging langs de dorpen in deze streek van Lotharingen. En kwam ook in Manoncourt, dicht bij Richard-menil. Als een apocalyptisch paard reeds het binnen in het huisje van Geneviève Chevalier, de wasvrouw. Zij kon het niet geloven, dat vreselijke bericht van het aanstaande huwelijk van Pierre Laval met Henriette Bonheur. Toen zij geen tranen meer had, ging zij naar het stadhuis en zat stom en geslagen voor de Burgemeester, die geen woord kon krijgen uit de wanhopige vrouw. Ten einde raad zei hij:
„Kom mee, madame Chevalier, naar mijnheer Pastoor, Misschien kan hij uitvinden waarom u wezenloos voor me zit.” Hij trok haar mee aan de hand naar de pastorie; de dorpelingen kwamen ijlings naar buiten om dit nieuwe te zien, de Burgemeester met wapperende jas en de snikkende wasvrouw, snelwandelend naar de pastorie. De huishoudster van de Pastoor schudde haar dooreen, hield haar polsen in een kom koud water, schreeuwde opeens heftig tegen haar en daarna was zij gereed voor het verhoor. Zij vertelde van het gerucht. De Burgemeester en de Pastoor keken elkander aan, zij werden op slag bondgenoten.
„Dat zal niet gebeuren, madame Chevalier. Deze Turk, deze
110