Banvloek

Titel
Banvloek

Jaar
1965

Pagina's
298



Zo vond hen de veerman. Een forse ruwe kerel, met in zijn grijze ogen de verteblik van het water. Het duurde minuten, toen had hij alles in die wat trage hersens verwerkt. Het lijk, het bebloede jonge vrouwenlijf, de blinde, afgedankte landsknecht.

Hij banjerde volgens zijn zeemansgewoonte naar zijn veerscheepje, kwam even zo langzaam terug alsof hij nog steeds dacht over de ellende op de oever. Over zijn arm hing de paardedeken, die hem bij slecht weer beschutte tegen regen en wind. Die deken wierp hij Geerte toe.

‘Bedek je,’ zei hij.

Zij bedekte zich, voelde bijna onmiddellijk haar lichaamswarmte zich weerkaatsen onder de deken. Er kwam een gevoel van behagelijkheid en dankbaarheid in haar op, haar ogen werden nat van tranen.

De blik van de veerman gleed traag over haar. Van de betraande ogen tot haar welgevormde voeten. Toen keek hij even over het water, langzaam ontdeed hij toch van zijn bovenhozen en wierp haar die toe.

‘Trek aan. Naakte wijven zijn een lekkernij. Zorg dat je droog brood wordt/ zei hij.

Zij gehoorzaamde terwijl de veerman zich omdraaide. De blinde verroerde zich niet, maar Geerte trok zich tersluiks de hozen aan. Voor haar leek die blinde niet blind.

‘En nu?’ vroeg ze schuchter.

‘Ik zal je overvaren om niet. Mijn wijf zal je een jak en een rok geven. Dat lijk is voor de baljuw.’

Toen draaide de blinde zijn hoofd in de richting van de veerman, sprak:

‘Zodra we weg zijn komen de valken. Soms zijn er in deze streek verdwaalde wolven, veerman.’

63

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.