Banvloek

Titel
Banvloek

Jaar
1965

Pagina's
298



rechterarm hing langs zijn zware tors, in de rechtervuist hield hij een goedendag. Geerte zag diepe schaduwen in de oogholten, scherpe donkere lijnen van neusvleugel tot mondhoek, tussen onderlip en kin was het zwart. Zijn kiel hing over zijn broek, links in de gordel stak een dolk, de beurs hing rechts.

De hond bleef grommen, durfde niet meer te blaffen, stond stil maar gespannen.

‘Wie ben je? Wat wil je?’ Het klonk even grommend als van zijn hond.

‘Brood en water. En dak voor deze nacht,’ antwoordde zij zacht.

‘Kom dichterbij. Ik wil je zien.’

Zij kwam en hij belichtte haar gezicht. De pupillen waren zo groot, dat haar ogen bijna zwart leken.

Even trilde de lantaarn. Het was voor haar genoeg om te weten dat haar vrouw-zijn hem getroffen had. Dat zij voor deze nacht weer brood en dak zou hebben en dat zij wéér moest oppassen.

‘Boerin?’ vroeg hij nu milder en trachtte te glimlachen.

‘Van huis uit. Ik heb gediend in de stad.’

‘Waarheen .. . nu?’

‘Weer naar een stad. Ik wil geen melkmeid meer zijn.’

‘Huismeid of melkmeid, het blijft meid. Kom erin. Je bent op tijd voor de pap.’

Hij deed een pas opzij zodat zij binnen kon gaan. Achter haar sloot hij de deur, hing de lantaarn aan de ijzeren haak boven de tafel.

Rondom zaten de boerin, de meid en de melkknecht. Op de tafel lag het houten bord met de uithollingen voor de pap.

‘Daar!’ De boer wees haar plaats aan naast de meid aan

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.