Banvloek

Titel
Banvloek

Jaar
1965

Pagina's
298



mondhoeken naar de punt van zijn kin, tweemaal, driemaal.

‘Ik geloof dat je onrustig bent, Aleid Stevensdochter. De gang door is de keuken. De huismeid zal je wijzen. Kom daarna terug.’

Opeens was de aandrang over, zweet kwam op in haar handpalmen.

‘En?’

‘*t Is over, schout.’

‘Wat wil je, Aleid Stevensdochter?’

Even nog aarzelde zij. Toen:

‘Geerte van Arcen, onze meid . . .zij is een heks.’

‘Een knappe heks.’

‘Voor mannen misschien, schout.’

Uitdagend keek zij in zijn ogen. Zijn handen lagen gestrekt vóór hem op het zware blad van de Gotische tafel.

‘Voor mannen zeker, Aleid Stevensdochter. Voor Joost Kluwer bijzonder. Heksen die hinderlijk zijn voor oudere vrouwen zijn altijd knap. Oude lelijke heksen bestaan alleen voor heel jonge kinderen.’

De maerte zocht naar woorden. De schout knabbelde op zijn onderlip. Vervolgde:

‘Zoals gebruikelijk opent zij ’s nachts het venster. En dan zie je haar uit vliegen schrijlings op een bezemsteel. En ’s ochtends stinkt ze naar zwavel.’

‘Ja...’

‘En je hebt haar in de keuken betrapt in de armen van de duivel, nietwaar Aleid? Een naakte duivel op bokkepo-ten. Stonk erg, hè Aleid?’

‘Ja ... schout.’

‘Wanneer was dat, Aleid Stevensdochter?’

‘Vanmorgen.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.