Banvloek

Titel
Banvloek

Jaar
1965

Pagina's
298



Zwart de overkleden, wit de gesteven hoofddoeken, bijna gekleed zoals de nonnen. Zo schreden zij naar de kathedraal waarvan de deuren geopend stonden. Waarvan de torens naar de hemel wezen, naar de dreiging van de Almachtige. Waarvan de klokken beierden. Waarvan de klanken vermanend dreunden. Een dvingburcht van de religie.

Geerte hoorde de zware bourdon.. . vooruit, naar binnen, vooruit, naar binnen. Ruk open je zwarte kleed, ruk open je blanke huid. Ruk het open tussen je borsten. Toon je zwarte ziel. Toon je begeerte. Toon je wellust. Toon je leugens. Toon! Toon!! Toon!!!

De vingers renden over de rozenkrans op en neer, als een spin over haar web.

Ave Maria . . . Ave Maria, bescherm me. Neem me in uw armen, heb me lief als het Kindeke Jezus. Waarom steeds dat onnozele wicht, Moeder Maria, waarom neem je mij niet op je schoot? Waarom koester je mij niet? En bescherm me tegen de duivel, die in en uit mijn lichaam wandelt, in en uit, in en uit, in en uit.

Een, twee, drie, vier. Dat zijn de treden naar de ingang.

Daar is het donkere gat, daar is het geweldige sombere gewelf.

Daar branden de kaarsen in de schemer. Glanzen als de ogen van de wolven.

... De wolven terzij voor de arreslee. De vader achterop, de leidsels als zwarte draden, die strak bleven zolang de hoeven dreunden.

De moeder naast haar onder het bontvel, een arm beschermend om haar heen. En voor hen geknield Joost, de eerste knecht. Met de boog en de pijlen. Dan naar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.