erkennen wilt? Berouw, dat je geweigerd hebt mevrouw Rachel Lezer te worden.”
„Laat me niet lachen. Ik heb geen berouw, dat ik niet Rachel Speyer of dat ik niet Rachel Lezer werd. Wat ben je ijdel, Abraham. En luister nog eens goed, naar het verschil tussen mijn leven en dat van vele andere vrouwen.”
„Ik wens geen insinuaties. En tast de eer van Josina Lezer niet aan!”
„Woorden, woorden, woorden. Ik verdien m’n eigen brood en beschik over m’n eigen lichaam! En ik verzorg m’n eigen kinderen, zoals alle vrouwtjesdieren doen, ondanks of zonder het mannetje. Wijs mij één vrouw in dit getto, die zo onafhankelijk van een man is geworden als ik. Ook onafhankelijk van Manuel Belmonte door déze handen en dit hoofd. En vertel me nu, wie de werkelijke hoeren zijn. Zie ze zitten, Brammie, voor de vensters in hun huiskamers, in dure japonnen en behangen met juwelen, dik, snoepend, roddelend, bevelen gevend aan de booien. Wachtend op hun mannen om weer te gaan eten, veel eten, en ’s nachts belonen zij die mannen voor de stinkende weelde. En kijk dan naar mij, m’n eigen brood verdienend, mijn lief verkiezend, mijn eigen zekerheid vormend voor de oude dag zonder jullie kapsones te moeten verslikken. Wie, wie zijn de temeijes, Brammie, wie?”
Zij stampvoet en drukt de vuisten tegen haar mond.
„Ga weg, ga weg ... en wees rechtvaardig en edel in de ogen van die er van willen genieten. Ga weg!”
Hij had geen antwoord, wreef vermoeid over voorhoofd en ogen, nam hoed en stok. En ging.
Toen hij naar de Buurt terugliep, tikte zijn stok niét op de keien.
Hij kwam thuis. Moe en verstoord. En in z’n winkel zaten twee mensen, als twee hopen ellende. Saartje van Bienen en .. . Jonas van Gogh, de bijbelventer. Saartje zit in de Louis XV stoel als een verlopen barones, die de guillotine verwacht en
67