Vorst van de ballingschap

Titel
Vorst van de ballingschap

Jaar
1955

Pagina's
324



II

DE SPEELSE VINGER GODS

Het is 1830 geworden. Er is niet veel gebeurd in de Buurt, want zij is zichzelf gebleven. De jaren zijn vergaan met hun traditionele hoogtepunten, de verjaardag van koning Willem, de kermis te zamen gevierd met het Rode Zand en de Schiedamse Dijk; Oudejaarsavond en Nieuwjaarsdag met een schouderophalen geduld, omdat de Buurt haar eigen Nieuwjaar heeft met eigen ritus, enige maanden vroeger.

Honderden zijn uitverkoren tot de dodendans, honderden zijn gebracht door het leven en hebben de plaatsen bezet van hen die zijn gevorderd. En het uiterlijk van het geheel is niet veranderd.

Abraham Lezer is in zijn winkel en tuurt zinnend naar buiten. Hij strijkt bedachtzaam over zijn baard, die op verlangen van en na vinnige strijd met Josina is kortgeknipt, en vierkant is naar Russisch model. Hij is nog even fors en ongebogen als drie jaar geleden en voelt zijn negenenveertig jaren niet. Hij denkt aan zijn vrouw, die ziek is en verpleegd wordt door haar zuster Mirjam, daarvoor uit Amsterdam gekomen. Hij heeft zich eerst verzet tegen deze 'stamhulp’ zoals hij het uitdrukte, maar Josina had achter hem om en via een nog steeds onbekende weg, een boodschap naar Amsterdam gezonden. En op een middag stond Mirjam in zijn winkel. Met valiezen en hoededozen, in een lange, bontgevoerde mantel, met diepe luifelhoed en zwarte bontmof, op kleine, zwarte, platgehakte handschoentjes en met een slank parapluutje, als

61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.