Vorst van de ballingschap

Titel
Vorst van de ballingschap

Jaar
1955

Pagina's
324



wen komen nu ook weer toehollen; als er gelachen wordt is er geen bloed. En zij beginnen er zich nu ook mee te bemoeien, want zij kunnen er de noodzaak niet van inzien, dat hun kostwinners een longontsteking riskeren voor een levende Brammie Koperentuit. Voor een vermoorde Brammie, ja, dat was iets anders geweest. Ook is de huishoudster nu spoedig teruggebracht en zij wordt overladen met verwijten over de herrie en het gehuil, dat zij heeft aangeheven. Ah boeh . . . wat een overdreven mens. . . wat een jelolohmaakster, wat een huiljèn . . . ah boeh .. . geef ons maar Josina van Cleeff ... een dame ... ah . . . een koningin.”

Alleen Sheintje Rosenfeld en Saartje van Bienen blijven bij haar en helpen koffiezetten, want Abraham Lezer is inmiddels met 'mijnheer de commissaris’ en twee politiemannen naar boven gegaan voor het proces-verbaal.

De dienders hebben de winkel ontruimd, de lichten gedoofd, de Buurt verspreid en naar bed gestuurd. Zittend in zijn grote bergère bij het opgerakelde haardvuur, vertelt Abraham Lezer: „Mijnheer de commissaris, ik heb mazzel gehad, en u geluk. Ik, omdat ik alleen maar ben neergebokst en u, dat er geen moord behoeft te worden uitgezocht. Alleen een beroving, mijnheer de commissaris. Ik hoor gestommel . .. beneden ... ik aarzel, en denk, neem geen risico, Brammie, voor een handvol geld. Maar ja . .. als oud soldaat zeg ik tegen mezelf 'heb je daarom ’s konings rok gedragen? Om je in je eigen huis te laten beroven?’ Ik naar beneden, met een kaars in de blaker. Dom natuurlijk, maar men wil toch niet doodvallen van zijn eigen trap? Beneden zie ik, dat zij m’n secretaire hebben opengebroken, en twee kerels met mijn geldzak. Zij zien me ook, willen langs me heen glippen naar de buitendeur, die open stond. Ik grijp er een en daar geeft ie me zo een klap tegen m’n kin, dat ik alleen nog maar weet, dat jullie me met water en azijn hebben geweekt als een stokvis.”

„Wat mis je, Brammie?” vraagt de commissaris zakelijk.

„Ik had één zakje geld beneden, de rest. . . nou . .. dat be-

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.