zegen was de grootste beloning voor deze rechtschapen zoon.
De bruiloft was groots, het dagelijks leven in de sefardische en ashkenazische gemeenten stond die dag stil, zo iets rijks en voornaams was in jaren en jaren niet geweest. Al had men er niets mee te maken, deze goepoh was de bruiloft van alle joden in Amsterdam en Rotterdam. Hun grootse bruiloft, een teken van geldmacht tegen de gojim, de macht van een volk zonder land en zonder vorst.
Toen de feestelijkheden nog in volle gang waren, reden Manuel en Mirjam weg naar Frankrijk en Italië. Zij gingen op huwelijksreis in een reiskoets met dubbelspan en een volgkoets waarin kamenier en kamerdienaar reisden. Er was ook een aparte wagen voor de secretaris van Manuel Belmonte, want hij zou ook enige zaken gaan regelen met zijn correspondenten in die landen.
En op de portieren van de koetsen stonden de trotse wapens van de huizen Belmonte-Lopez de Vega, als zichtbare kredietbrieven van een eeuwenoude handelsfirma.
Het was februari van het jaar 1832.
En op een van de dagen, die volgden, ging Abraham Lezer ’s avonds laat naar het huis van Sheintje Rosenfeld. Zij zat weer in haar keuken bij het ijzeren fornuis, waarop ketels water stonden te stomen. Zij las weer in een groot dik boek bij het licht van een bron-olielamp, een luxe die zij zich ter wille van haar leeshonger had veroorloofd. Haar roodomrande ogen keken hem verbaasd en onderzoekend aan, zodat hij spontaan zei: „Ga naar de ogendokter, Sheintje. En gebruik twee lampen bij het lezen, of beter, lees helemaal niet meer.”
„Dan liever blind, Brammie, zolang mogelijk zal ik lezen, vooral ’s avonds.”
„Sheintje, Sheintje, wat ben je veranderd. Vroeger las je nooit en zat overal op visite. Vooraan. En je hoorde de mooiste verhalen zonder je ogen te bederven.”
„Ja, Brammie, maar ik heb van de zonde geproefd, zoals
130