met gasten. Daar zitten de families aan hun tafeltjes en het is alsof het tientallen huishoudingen zijn. Men gaat over en weer bij elkander op bezoek, men roddelt van andere tafels, men maakt kennis met andere clans. En men snoept en eet veel en drinkt zeer matig; en... men houdt een reserve voor straks, het souper!
Reeds heeft dansmeester Weinschenk driemaal een dans bevolen en vooral de jonge mensen hebben lachend en soms onelegant rond Weinschenk gezwierd, die zeer ernstig en kritisch rondkijkt en daarbij zijn zwarte snorren steeds omstandig opdraait. Soms geeft hij een vermaning aan een leerling, soms danst hij plotseling in z’n eentje mee om het tempo op te voeren, z’n viool als een danseres tegen het lichaam gedrukt en als hij ronddraait staan de panden van zijn rok horizontaal. En als hij de vierde dans, een quadrille, wil gaan aankondigen, komt Mirjam de zaal binnen aan de arm van haar vader. Iedereen staat op, men wil allemaal tegelijk de bruid feliciteren en dansmeester Weinschenk wordt bijna onder de voet gelopen.
Samuel Frankforter krijgt van Mirjam de eerste dans en eerst verstolen lachend, dan echter met stijgende bewondering, kijkt men naar de kleine, stoere, oude heer, die zijn quadrille danst met Mirjam, sierlijk, hoffelijk, volmaakt.
Zijn vrouw Heintje kijkt ernstig naar haar man, zachtjes met het hoofd knikkend op de maat van de muziek en herleeft haar jonge jaren. Want Samuel was altijd een stille, hoffelijke cavalier. En als de dans ten einde is, kijkt Heintje Frankforter zegevierend rond in de kring van mensen om haar heen en zij kan tevreden zijn met de bewondering voor haar man, de zeventigjarige Samuel.
Tegen elf uur is het feest in volle gang. Mirjam is naar de corridor gegaan om wat verkoeling. Zij leunt tegen de balustrade van het trappenhuis en enige jongemannen houden haar gezelschap.
Opeens staat Benaja Stibbe voor haar en de elegante lijfwacht kijkt spottend en meewarig naar de mismaakte jonge
113