Vorst van de ballingschap

Titel
Vorst van de ballingschap

Jaar
1955

Pagina's
324



niet te moeten vragen bij de gemeente. Want het is niet aanlokkelijk, die gang naar het kruisverhoor van de parnassijns.

Zij leunt met het hoofd tegen de muur; het nog jeugdige lichaam is gestrekt, de handen liggen werkeloos in haar schoot. De vlammen bespelen het mooie gezicht en laten de donkere ogen fonkelen in de zwaarbeschaduwde oogholten. Zij denkt aan Gershom Speyer, de rijke slager, die haar achtervolgt met zijn attenties en haar altijd meer gewicht geeft, dan zij vraagt en betaalt. Hij is niet lelijk, maar zij rilt bij de gedachte dat hij altijd een weeë vleeslucht om zich heeft en dat zij steeds zijn bebloede kleren zou moeten wassen. En dan zijn ogen; die hete ogen, die haar ontkleden, telkens wanneer hij haar ziet. Zij springt op en verbergt uit schaamte het gezicht in de holte van haar arm, maar het beeld van de begerige Gershom wil niet wijken. Dan begint het in haar te spreken en zij hoort de argumenterende stem, die zegt dat David dan niet meer naar de lompenkoopman hoeft te gaan om twintig stuivers te verdienen en dat hij zal kunnen leren, misschien wel naar de Hoge School, later. En haar andere kinderen, Tamar en Uria, zullen straks niet behoeven te smeken om een minderwaardig baantje. En zij zelf. Niet meer bij flakkerend kaarslicht tot diep in de nacht mooie japonnen naaien of de ogen bederven met petieterig verstelwerk. En niet meer behoeven te helpen bij de rijke families; in de keuken van een snauwende keukenmeid. En met restjes in een pannetje, die zij mag meenemen, samen met het kleine loon en haar deel van de fooien. Gershom is rijk en zij en de kinderen zouden goed kunnen leven en haar japonnetjes zou ze zelf niet meer behoeven te maken. Maar Gershoms ogen en zijn begeerte, zij kan er niet aan wennen. Zij kan geen gemeenschap hebben met deze vijftigjarige weduwnaar, die haar dertigjarige lichaam verteren wil met zijn grenzeloze drift.

Zij zucht, dan glimlacht zij wanneer zij denkt aan de spreuk, die zij voor zichzelf heeft bedacht 'Beter begeerd, dan verbruikt’. Dan hoort zij haar dochter Tamar naar boven komen en haar gemoed loopt vol vreugde. En als Tamars prachtige

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.