Van twee Joodsche vragertjes

Titel
Van twee Joodsche vragertjes

Jaar
1918

Druk
1979

Pagina's
115



64

״Ik vind schoonmaak fijn,” zei Eva, ״want dan vind je allemaal dingen van vroeger.”

״Kijk eens,’ zei Moeder, ״hier zul je wel geen gomeits in vinden.”

Het was een hagodo.

«Mag ik even de plaatjes kijken?” vroeg Eva.

Want al was schoonmaken nog zoo fijn, — plaatjes kijken was nog fijner.

Eva kende alle plaatjes. En de heele geschie-denis van Pesach, óók die, waarvan geen plaatjes waren, kende ze ook.

Zachtjes voor zich heen vertelde ze alles van de plaatjes.

״Die man slaat die andere man zoo. Gemeen. Dat is een Egyptenaar, en die slaat een Jood. De Joden hebben het zoo naar in Egypte. — Daar is Mozes bij Faro. En hij zegt: laat de Joden weggaan. Maar Faro doet het niet. — Daar krijgen de Egyptenaren tien straffen. Allemaal bloed in plaats van water, en allemaal kikkers, — bah, — en kleine diertjes overal, en leeuwen en tijgers, en alle koeien ziek, en zelf allemaal ziek, en erge hagel, en sprinkhanen die alles opeten, en heele-maal zwart, dat is, dat alles donker is, en de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.