VOORWOORD.
Ik heb eens een woord ontmoet, en dat vond ik een mooi woord: ״hartmemorie”. Het kwam voor in Ligt-hart’s Jeugdherinneringen, daar, waar hij het heeft over zijn bewaarschool-juffrouw.
״Ik voelde haar simpele goedheid, en die voel ik nu nog. Hartmemorie”.
Er is nog een ander soort van geheugen dan het hartgeheugen. Er is b.v. een geheugen, dat in de her-innering terugroept rijtjes van onbegrepen woorden, of berochous-met-vertaling, of feest- en vastendagen-met-datum.
Ik houd meer van het hartgeheugen. Omdat ik er meer vertrouwen in heb. Want er zijn kinderen, die de maan-berocho, met vertaling en al, vlot konden opzeggen, en de koningen van Juda en Israël erbij, en die later niet eens meer ״hamoutsie” zonder ver-taling kunnen zeggen. En er zijn andere kinderen, die de Joodsche feesten en gebeurtenissen doorleefd hebben, doorlééfd, met héél hun hart, met héél hun wezen, en die het later niet kunnen en niet willen missen. Dat is hartmemorie.