Van twee Joodsche vragertjes

Titel
Van twee Joodsche vragertjes

Jaar
1918

Druk
1979

Pagina's
115



23

״Dan is ’t geen verhaaltje, als het nog eens gebeurt!” zei Jaap.

״Luister maar eens goed," zei Vader. En hij begon. ״Er lagen in de zwarte aarde een heeleboel zaadjes. Die waren er door een boer in neerge-strooid. Die boer wou erg graag, dat de zaadjes zouden groeien, en mooie, groote korenplanten zouden worden. Maar als kindertjes willen groeien, dan moeten ze flink eten —”

״Dat doe ik ook, hè Vader?” zei Jaap.

״Ja. En ze moeten ook ’s nachts lekker in bed liggen en slapen. En dat moet met de zaadjes ook. Die moeten hun eten en hun drinken uit den grond zuigen. En die moeten lekker warm worden door de zonnestralen; zie je, dan wordt de grond net zoo warm als je bedje, en daardoor kunnen de zaadjes slapen en groot worden. — Maar die aarde, waarvan ik ga vertellen, was heel erg droog. En die arme zaadjes hadden niets te drinken. Toen heeft God medelijden met die zaadjes gekregen en heeft een regenwolk naar dat veld gestuurd. Het regende zóó hard, dat de grond heelemaal nat werd. En de zaadjes dronken en dronken, tot ze zóó groot werden, dat er van boven een groen








Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.