IX
de beroemde en geliefde Rabbijn Dr. M. de Hond - verschenen verschillende feuilletons van haar hand, zoals ״Rozijntje״ ,״Uit Jozefs Jeugd”, ״Het Dagboek van Saar Piekhaar״ ,״Op eigen benen״. Na de oorlog schreef ze ondermeer ״De Danseres zonder benen״.
De twee Joodse vragertjes waarover Clara Asscher-Pinkhof schrijft -Eva en Jacob- zijn twee Joodse kinderen, die het inhoudsvolle Joodse leven leren kennen. Jaren later schreef Clara Asscher-Pinkhof nog een boek over Joodse vragertjes die een heel ander Joods leven leerden kennen. Ik bedoel haar ״Sterrekinderen״, het boek waarin zij door de ogen van niet-begrijpende kinderen - getekend met een gele ster - de joden-vervolging in de jaren 1940-1945 beschrijft.
Een bepaalde gebeurtenis waarover zij in ״Sterrekinderen״ schrijft, wil ik hier hartmemoreren:
Nu zijn er maar één meester en één juffrouw over na de laatste dinsdag, en die nemen de hele school samen, omdat er ook niet veel kinderen over zijn en omdat je met grote en kleine kinderen door elkaar niet echt kunt werken. Ze vertellen verhalen en ze zingen, en soms vertelt een kind wat, en ze hebben het wel goed met elkaar, de overgebleven kinderen en de overgebleven grote mensen.
Later, als er weer eens een nieuw transport uit de steden in het kamp komt, zijn er misschien meesters bij of soms ineens een heleboel kinderen en dan verandert de school weer.
De openslaande deur is open; de zon schijnt op het zand en het waait en stuift niet. Hoe heb je ooit naar je eigen huis en je eigen stad terug kunnen verlangen? En dan: het duurt nog twee dagen