Och, ocht
Wat las-tig, om zo klein te zijn* Wig-gel, wag-gel*
Dan maar naar de hand-doek*
Daar kon hij bij*
Bij het on-der-ste punt-je*
Joost trok er aan*
En trok er nog eens aan*
Daar viel de hand-doek naar be-ne-den* Wat leuk!
De hand-doek was wel stuk ge-trok-ken*
Maar dat kon Joost niet we-ten* Wig-gel, wag-gel*
Zo stap-te hij de keu-ken rond*
Zijn é-ne hand-je hield hij op zijn rug* En in dat hand-je hield hij de handdoek*
Die trok hij ach-ter zich aan*
Net een sleep*