17
Naar de keu-ken*
Maar daar was moe-der ook niet* Dan maar eens in de keu-ken rond zien* Mis-schicn was er wat moois te vinden* Wig-gel, wag-gel*
Naar de ta-fel*
Daar stond een bord-je op*
Maar ge-luk-kig was Joost klein*
Hij kon er niet bij*
An-ders had hij het wel kun-nen bre-ken*
Wig-gelt wag-gel*
Naar de kast*
Maar ge-luk-kig was die dicht*
Dan maar naar de kraan*
Die was veel te hoog*
An-ders had hij zich wel nat kun-nen ma-ken*
Dan maar naar het aan-recht*
Maar dat was he-le-maal veel te hoog*
Toen Moeder klein was 2