10
er een meisje gewoon op school is gekomen, terwijl ze tante was gewórden van twee jongens.”
„Eén keer moet de eerste zijn,” knikte vader plezierig.
„We hebben zelfs algebra vandaag. Wie doet er nou algebra, als ie tante is geworden!”
„Hoopen menschen,” vond vader.
Er was niets aan te doen: Greet moest met de kleurige, lange das naar school. Dat voelde ze wel. Er werd gebeld. Greet vloog overeind.
„Misschien weer wat bizonders aan de hand!” juichte ze opgewonden. „Laat mij maar opendoen.” „’t Zal de werkvrouw zijn,” ontnuchterde moeder haar.
Het was de werkvrouw. Greet vloog haar bijna om den hals, toen ze van aangezicht tot aangezicht tegenover haar stond.
„Ik ben tante geworden!” schreeuwde ze.
„Is ’t waarachtig?” schrok juffrouw Rikkert. „Van harte gefeliciteerd, hoor! En hoe maakt juffrouw Wies het, en de kleine?”
„De kleine? ’t Zijn er twee! Twee jongens!”
De werkvrouw stond met stomheid geslagen. „Twéé? Is ’t waarachtig? Het schaap!”
„De schapen,” verbeterde Greet. „Ik zei toch, dat het er twee waren?”
„Ik bedoel die schapen niet, — ik bedoel juffrouw Wies,” lichtte de werkvrouw toe.
„Wies een schaap?” — Greet vond geen woorden voor haar verontwaardiging.
„Nou, ze zal ook wel haar handen vol krijgen,” voorspelde juffrouw Rikkert somber.
„Dat vindt ze niets erg,” zei Greet kort. „Dat heeft ze best voor ze over. Een schaap!”