ZOO’N GROOTE JONGEN.
Gewichtig vertellend.
Broer is op een stoel ge ■ klom - men Om maar heel, héél On-der ’top-ge-scho-ven trui - tje Is iets prach-tigs:
hoog te staan. En nu staat hij voor den spie - gel, zwart met wit. Weet je: ’t is een ar-bang-kan-fous,
En hij ziet zich-zelf eens aan. Weet je wel, waar-om ons Die van daag er - on - der zit. Op zijn hoofd een heel echt
broer-tje, Tel-kens in den spie-gel kijkt?
kap - je, En een ar - bang - kan - fous an____
Om - dat hij voor ’t eerst van mor - gen Op een
Hè, dat broer-tje voor den spie-gel Is een
Jood-schen jong- gen lijkt,
ech - te Jood• sche man
35