0 . ... H
Of de wind al zei: „Maar, prinsesje, je bent zoo teer en het is 0 0 nog zoo koud. De groote menschen uit menschenland zijn zelfs 0 0 bang voor me, nu ik zoo koud ben. En nu wou je met me opreis?” 0 0 het kon het prinsesje allemaal niets schelen. Als zij met den 0 0 wind mee wou, dan moest dat gebeuren en daarmee afgeloopen. 0
BH** ^
jij ^^^
„Lieve, oude wind/' vleide het prinsesje ...
De oude wind had er echt wel eens zorg over. Hoe moest 0 0 dat toch, hoe moest dat toch met dat koppige kleine ding? Als 0
0 het zoo doorging, liet ze zich nog eens naar de ijslanden brengen, 0
0 waar geen bloemen konden zijn en waar dus zeker zoo'n teer 0 0 bloemenprinsesje het niet uit kon houden. 0
Het was op een keer in de lente, dat het prinsesje weer met 0 0 den wind mee wou. Het heette wel lente, maar het was nog 0
0 zoo koud, dat de kachels brandden in de huizen en dat de 0
0 bloemen, die er al waren, in elkaar doken om maar zoo min 0 0 mogelijk kou te vatten. 0
„Lieve, oude wind,” vleide het prinsesje. „Mag ik weer op reis V* 0 0 0