de alleen maar in sprookjes. Dat je ineens midden in een kamer
met speelgoed zit en er blijven mag ook!
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
En zoo kwam Nico in het huis van den schoenmaker en de schoenmakersvrouw en de vijf schoenmakerskinderen.
Eerst zal ik maar vertellen, hoe het met Dirk ging.
Die kon de eerste paar dagen haast niet eten van opwinding en blijdschap. Als hij naar school ging, keek hij nog eens en nog eens om naar de speelgoedkamer, en als hij dan eindelijk
de deur uit ging, moest hij zich troosten door
te denken:
„Als ik uit school kom, is al het speelgoed er nog/'
Hij knikte Nico’s moeder telkens zoo vriendelijk toe, dat ze er een blij gevoel van kreeg en soms eventjes verdrietig dacht, dat Nico haar haast nooit zoo toeknikte.
Een klein beetje naar huis verlangen deed hij wel, want hier had hij geen gezellige broertjes en zusjes. Maar het was toch maar voor een poosje, dus over een paar weken was hij weer bij ze in huis. Het zou wel moeilijk zijn om dan al dat speelgoed goeiendag te zeggen. Maar misschien mocht hij wel eens terug-komen om er weer mee te spelen, en dan En Nico? kon hij er met Nico samen mee spelen.
Dat bed van hem, dat was toch zoo iets prachtigs! Veel zachter dan thuis. En dan heelemaal alleen in het bed te slapen! Zoodra hij zijn hoofd op het heerlijke kussen had neergelegd, sliep hij. En ’s morgens moest hij met moeite wakker worden gemaakt.
Ja, ja, 't was me een leventje hier in het huis van Nico.
En Nico?
Die stond eerst raar te kijken, toen hij den eersten dag na schooltijd een donkerblauwe zak kreeg en in plaats van Dirk kapotte schoenen moest weghalen bij de huizen van de menschen.
0
0